gekweld, getroffen, ziek met ....
{
afflicted
}
koud; treurig; ontbloot, blootgesteld
{
bleak
}
door zorgen verteerd, afgetobd
{
careworn
}
terneergeslagen
{
crestfallen
}
gedeprimeerd, droevig
{
dejected
}
terneergeslagen, somber
{
downcast
}
ontmoedigd, terneergeslagen
{
downhearted
}
mistroostig, sip; terneergeslagen
{
glum
}
hartpatient; neerslachtig
{
heartsick
}
verdriet hebben, hartzeer
{
heartsore
}
verdrietig, neerslachtig
{
heavy hearted
}
hij heeft pijn; gesmart; van pijn
{
pained
}
betreurenswaardig
{
regretful
}
spijtig, berouwvol, teleurgesteld
{
rueful
}
verdrietig; met spijt; bedroefd,...
{
sad
}
treurig
{
sorrowful
}
betreuren; verdrietig; vol medelijden;...
{
sorry
}
terneergeslagen, treurig, moedeloos
{
low spirited
}
getroffen, geslagen
{
stricken
}
vol tranen, huilerig
{
tearful
}
verontrust
{
troubled
}
Som oversettes, vennligst vent...