begrijpen; aannemen
{
understand
}
begrijpen; includeren, omvatten
{
comprehend
}
nadenken; begrijpen
{
figure out
}
begrijpen
{
get a grip
}
krijgen; halen; bereiken; verkrijgen;...
{
get
}
absorberen; opnemen
{
absorb
}
schatten; waarderen, op prijs stellen
{
appreciate
}
vrezen; gevangen nemen, vatten
{
apprehend
}
vergewissen; uitzoeken; verhelderen
{
ascertain
}
vangen; grijpen; betrappen; nemen, halen
{
catch
}
kloppen; slagen
{
click
}
kompas; begrenzing; passer
{
compass
}
aannemen; een idee hebben; zwanger...
{
conceive
}
logisch afleiden
{
deduce
}
graven; delven; aardig vinden;...
{
dig
}
opletten (op), diagnose stellen, zien...
{
discern
}
ontdekken
{
discover
}
onderscheiden; onderscheid maken
{
distinguish
}
peilen, doorgronden; peilen van diepte
{
fathom
}
omhelzen; vasthouden; begrijpen; pakken
{
grasp
}
Som oversettes, vennligst vent...