drijvend voorwerp, vlot, boei;...
{
float
}
aanvallen; invallen
{
attack
}
rennen, vliegen; storten; zich haasten
{
rush
}
iemand aanvliegen
{
fly at
}
duw, geduwd
{
thrust
}
zich op agressieve manier gedragen; een...
{
aggress
}
aanvallen, overvallen
{
assail
}
bestormen, aanvallen; aanranden
{
assault
}
rekenen (ook bij een betaling);...
{
charge
}
bereiken;aanvallen
{
come at
}
straffen,terecht zetten
{
come down on
}
uitschelden,berispen,uitvaren
{
came down on
}
kom maar, vooruit; verdraaid nog aan toe
{
come on
}
vinden;tegenkomen
{
come upon
}
afdalen; afstammen
{
descend
}
neerkomen op, vallen op
{
fall on
}
een zeer besliste mening hebben; viel op
{
fell on
}
erop los gaan; aanpakken
{
go at
}
sjaal
{
shawl
}
hulsel; omslagdoek, sjaal; plaid, deken
{
wrap
}
(stof)omslag; adresband(je); papiertje;...
{
wrapper
}
sjaal, das; sjerp; das van bont
{
scarf
}
worp, gooi
{
throw
}
hoofddoek, mantille, kort jasje (in...
{
mantilla
}
stola (bij avondjurk)
{
stole
}
loslaten; vrijlaten; bevrijden;...
{
release
}
vrijlaten; kledingstuk verruimen
{
let out
}
afzetten, laten uitstappen; afvuren,...
{
let off
}
ontbinden, losbinden, losmaken
{
unbind
}
Som oversettes, vennligst vent...
